Overal warrige sprieten tussen de stoeptegels die ik niet zo snel kon thuisbrengen. Het plantenboekje gaf geen uitsluitsel, maar wel de site floravannederland.nl Daarop staat, met filmpjes en al, uitleg over alle plantensoorten in ons land. Het blijkt gewoon heermoes te zijn. Dat ken ik wel van het vroege voorjaar, als de bleke witte stengels onheilspellend opkomen. Dat zijn de vruchtbare spruiten, die later sporen voortbrengen. Later in het jaar, tot en met de hele zomer, komen de onvruchtbare spruiten op, als een soort decoratie tussen de andere planten.
Heermoes hoort tot de paardenstaarten, een oeroud geslacht uit de tijd van het Carboon, 300 miljoen jaar geleden ontstaan, 150 miljoen jaar voor de eerste bloemplanten die nu zo dominant zijn.
Heermoes en de andere paardenstaart-achtogen maakt dan ook een voorwereldlijke indruk. De stengels zijn opgebouwd uit segmenten die je gemakkelijk uit elkaar kan trekken Aan de voet van elk segment zitten 8 tot 9 zijtakken die ook weer gesegmenteerd zijn.
Heermoes is lastig te bestrijden, omdat de wortelstokken onder de grond ver doorlopen. Vee eet het niet, vanwege het kiezelzuur in de stengels. Zo zijn namen als akkerpest en oneet ontstaan.
De naam heermoes geeft hoofdbrekens. Het zou kunnen slaan op de overheersende eigenschappen in de moestuin. Maar het kan ook herde oftewel kudde in het moes, (groen) betekenen omdat de planten in groepjes voorkomen. Andere volksnamen zoals roobol en unjer zijn nog vreemder.